De rug en het bekken vormen samen één geïntegreerd systeem dat continu samenwerkt bij lopen, tillen, draaien, staan en zitten. Veel mensen zien de onderrug, het bekken en de heupen als losse onderdelen, maar in de praktijk functioneren zij nooit afzonderlijk. Wanneer het bekken niet goed beweegt, moet de onderrug compenseren. Wanneer de rug te stijf is, gaan de heupen meer werk doen. Raakt deze samenwerking verstoord, dan ontstaan vaak pijnklachten, stijfheid of overbelasting.
Elke kracht die vanuit de benen omhoog komt, loopt via het bekken naar de wervelkolom. Bij traplopen, tillen of hardlopen verdelen rug en bekken de belasting zodat geen enkele structuur alles alleen hoeft op te vangen. Diepe rompspieren, bekkenbodemspieren en diepe heuprotatoren zorgen samen voor stabiliteit en bewegingscontrole.
Het SI-gewricht vormt de schakel tussen wervelkolom en benen en vangt krachten op tijdens draaien en stappen. Omdat de onderrug weinig rotatiecapaciteit heeft, moeten het bekken en de heupen veel draai- en zijwaartse bewegingen opvangen. Een goede samenwerking tussen rug, bekkenbodem en buikspieren zorgt voor rompdruk. Deze druk stabiliseert de wervelkolom en beschermt gewrichten, schijven en ligamenten.
De stand van het bekken beïnvloedt direct de houding van de onderrug. Een voorover gekanteld bekken maakt de rug holler, een achterover gekanteld bekken maakt de rug vlakker. Beide posities kunnen kortdurend functioneel zijn, maar langdurig extreme standen geven vaak klachten.
Beperkte beweging op één plek zorgt voor compensatie op een andere. Is het bekken stijf, dan compenseert de onderrug. Is de onderrug pijnlijk, dan spannen bilspieren extra aan. Veel spiergroepen, zoals heupbuigers, hamstrings en bilspieren, lopen over zowel bekken als wervelkolom. Een disbalans in één groep beïnvloedt dus direct de rest van de keten.
Zitten, staan, bukken en dragen vragen om goede samenwerking tussen rug en bekken. Een fout in deze keten kan snel extra druk op de onderrug geven.

Binnen Rugcentrum Hilversum zien we regelmatig strakke heupbuigers die het bekken naar voren trekken en de druk in de lumbale regio verhogen. Zwakke bilspieren maken dat rugspieren taken overnemen en daardoor sneller overbelast raken.
Instabiliteit door onvoldoende activatie van diepe rompspieren geeft een gebrek aan controle over het bekken. De onderrug reageert dan met extra spierspanning. Irritatie van het SI-gewricht kan ontstaan wanneer dit gewricht te stijf of juist te beweeglijk is. Verminderde bovenrugmobiliteit verplaatst rotatie naar onderrug en bekken, wat opnieuw tot irritatie kan leiden.
Veel mensen ervaren pijn laag in de onderrug of rond het SI-gewricht. Opstaan of traplopen voelt stijf of zwaar. Langdurig staan is vermoeiend en kan zeurende pijn geven. Vooroverbuigen of draaien kan pijnlijk zijn.
Pijn die uitstraalt naar bil of lies, een gevoel dat de rug of het bekken geen “controle” heeft of pijn bij opstaan uit een auto of stoel zijn typisch voor een verstoorde rug-bekkenketen. Deze klachten verbeteren vaak zodra rug en bekken weer beter samenwerken.

Het multidisciplinaire team bekijkt eerst de stand en mobiliteit van bekken en onderrug en beoordeelt de functie van het SI-gewricht. De activatie van buikspieren, bekkenbodem en bilspieren wordt getest, omdat deze direct bepalen hoe stabiel de keten functioneert.
Beweging tijdens lopen, traplopen en tillen laat zien hoe krachten door de keten worden geleid. Coördinatie in heupdominante bewegingen, rotatie van rug en heupen en ademhaling en rompdrukregulatie worden geïntegreerd meegewogen. Dit geeft een compleet beeld van waar in de keten de verstoring optreedt.
In de passieve fase ligt de focus op ruimte en ontspanning creëren. Mobilisaties van SI-gewricht en bekken, manuele technieken op heupbuigers, bilspieren en rugspieren en mobilisatie van lumbale en thoracale wervelkolom maken de keten beweeglijker. Ontspanningstechnieken voor diepe spieren helpen de basisdruk te verlagen.
In de actieve fase wordt de keten opnieuw geprogrammeerd. Bilspieractivatie via oefeningen zoals bridges en heupabductie versterkt de achterzijde. Motor control training voor bekkensturing en oefeningen voor diepe stabiliserende spieren herstellen de controle. Mobiliteitstraining van heupen en bovenrug, hip hinge patronen voor veilig bukken en tillen en functionele oefeningen zoals lunges, traplopen en draaien maken het herstel compleet.
Dagelijks lichte heupmobiliteitsoefeningen doen helpt om de keten soepel te houden. Variatie in zitten, staan en bewegen voorkomt dat dezelfde structuren continu belast worden. Bilspieren bewust activeren tijdens lopen en traplopen geeft directe steun aan de onderrug.
Ademhaling gebruiken om romppressie en stabiliteit te creëren helpt bij bukken en tillen. Wandelen verbetert ritme en doorbloeding. Belastingen in sport en werk bouw je het beste stap voor stap op.
De rug-bekkenketen functioneert optimaal wanneer je dagelijks voldoende beweegt en je heupen sterk en mobiel houdt. Stressregulatie vermindert onnodige spierspanning. Niet te lang in dezelfde houding zitten en regelmatig pauzes nemen beschermt de onderrug.
Goed getrainde bil- en rompspieren maken tillen, draaien en bukken veiliger. Bewust bewegen bij zwaardere taken verkleint de kans op terugkerende klachten. Deze principes zijn standaard onderdeel van revalidatie en preventie binnen Rugcentrum Hilversum.
Rug en bekken vormen één bewegingsketen die bij elke stap en elke beweging samenwerkt. Wanneer één deel minder goed functioneert, gaat de rest compenseren en ontstaan vaak klachten. Het goede nieuws is dat deze keten uitstekend herstelt met de juiste combinatie van mobiliteit, stabiliteit en krachttraining. Met de multidisciplinaire aanpak van Rugcentrum Hilversum wordt de samenwerking tussen rug en bekken verbeterd en komt beweging weer in balans.
Wanneer je pijn hebt bij opstaan, lopen of traplopen en je heupmobiliteit beperkt of stijf aanvoelt, is dat een sterke aanwijzing dat de rug-bekkenketen betrokken is.
Ja. Sterke en goed activerende bilspieren zijn een cruciale stabilisatiefactor voor de onderrug en verminderen de belasting op lumbale structuren.
Niet zozeer het “scheef staan” op zichzelf, maar de manier waarop spieren en gewrichten samenwerken bepaalt of je klachten krijgt. De focus ligt op functie, niet alleen op stand.
Omdat heup en bekken meer beweging en kracht overnemen. De onderrug hoeft minder te compenseren, waardoor spanning en pijn afnemen.
Veel mensen merken binnen één tot drie weken verbetering wanneer mobiliteit, stabiliteit en kracht samen en consistent worden getraind.

In Rugcentrum Hilversum onderzoeken we hoe jouw rug, bekken en heupen samenwerken en maken we een plan om de hele keten sterker, soepeler en stabieler te maken.