De focus ligt op het herstellen van functie, niet op het ‘repareren’ van slijtage.
Passieve fase creëert ruimte en ontspanning:
- Mobilisaties van stijve wervelsegmenten.
- Manuele technieken en Fascia- en ontspanningstechnieken.
- Verbeteren van schijfruimte en facetmobiliteit.
Actieve fase zorgt voor duurzaam herstel:
- Stabiliteitstraining van diepe rompspieren.
- Mobiliteit voor heupen en bovenrug.
- Bilspier- en heupkrachttraining en Motor control bij functionele bewegingen.
Met een paar eenvoudige gewoontes kun je uitstekend functioneren ondanks degeneratie:
- Wissel zitten en staan regelmatig af.
- Wandel dagelijks om stijfheid te verminderen.
- Werk aan lichte mobiliteit voor rug en heupen.
- Gebruik ademhaling om spierspanning te verlagen.
- Bouw krachttraining voor rug en billen rustig op.
Degeneratie geeft minder snel klachten wanneer je beweging en herstel in balans houdt.